Sébastien Letocart & Bruckner 9
15 sep 2024, 20:15 – Bruckner Casco Festival
Wat ga je horen?
Nieuw stuk van Sébastien Letocart: Je hoort hoe Bruckners’ onvoltooide Finale zou hebben geklonken als hij niet voortijdig gestorven was. Sébastien vulde de gaten in de partituur en zette speciaal voor dit festival zijn creatie – met een oorspronkelijke bezetting van 100 – om naar een versie voor de 16 musici. Het ensemble Camerata RCO van het Concertgebouworkest wilde hier meer dan graag haar tanden in zetten. Luister naar de eerste cd-versie en hoor wat je te wachten staat.
De Componist: Sébastien Letocart
Belgisch componist en organist Sébastien Letocart heeft ook bijgedragen aan werken van andere componisten als Bruckner (voltooiing van de Finale van de 9e symfonie) en Debussy (orkestratie van pianowerken zoals Images Books 1 en 2 en ‘L’Isle Joyeuse’). Door uitgebreid musicologisch onderzoek, waarbij hij verschillende bronnen en hypothesen van eerdere wetenschappers onderzocht en vergeleek, heeft Sébastien een uitvoerbare versie van de Finale van Bruckners Negende Symfonie geconstrueerd. Hoewel fragmenten en soms flarden en notities van deze Finale bewaard zijn gebleven, geeft Sébastiens versie en interpretatie van dit materiaal een overtuigend en prachtig idee van hoe het stuk zou hebben geklonken. Bruckner Casco biedt Sébastien een unieke kans om zijn versie van de Negende Symfonie, inclusief de Finale, voor het eerst samen met Camerata RCO aan een breed publiek te presenteren. Op sociale media is Letocart (bekend als ‘TRACOTEL’ op YouTube) een van de meest gevolgde ‘Bruckner-goeroes’.
De nieuwe compositie
Gecomponeerd in 2007/2008 en oorspronkelijk opgenomen in Boedapest in 2008 met een volledig symfonisch orkest, werd deze voltooiing van Bruckners ultieme Finale later herzien in 2022/2023 ter voorbereiding op het 2024 Bruckner Casco Festival in Amsterdam. Het werd bedacht met als doel zowel een werk te leveren dat nauwgezet is gebaseerd op Bruckners manuscript als, voor zover mogelijk, een kunstwerk dat geworteld is in een stilistische intimiteit met de Oostenrijkse componist. Op dezelfde manier werden de drie voorgaande delen van de Negende Symfonie aangepast voor dit ensemble van 16 musici: zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst blijven. De enige genomen vrijheid was om talrijke tempoaanduidingen, metronoom- en tempowissel-indicaties op te nemen, echter geïnspireerd door de oorspronkelijke publicaties van Bruckners eerdere symfonieën. Het is belangrijk om te weten dat sommige van deze publicaties werden begeleid door Bruckner zelf (bijv. de 4e Symfonie in 1888, de 7e Symfonie in 1885 of de 1e Symfonie in 1891), wat aantoont dat Bruckner feitelijk een organische en flexibele opvatting had over het uitvoeren van zijn symfonieën door vloeiende en daardoor niet-statische tempi.
Het ensemble: Camerata RCO
Voor Camerata is Bruckner gesneden en ook essentiële koek. Ten eerste omdat de leden van Camerata met grote regelmaat de traditionele symfonieën met het KCO uitvoeren, maar ook werkt Camerata samen met dirigent Rolf Verbeek die een aantal Bruckner symfonieën voor Camerata heeft gearrangeerd. Maar een voltooiing van Bruckners Negende heeft Camerata RCO nog niet eerder gespeeld. Een muzikale ervaring met Bruckner 9 wordt namelijk geheel anders als de door Bruckner wel degelijk bedoelde Finale ook wordt uitgevoerd. Het door de Bruckner wol geverfde ensemble kijkt hier enorm naar uit. Alle leden van Camerata RCO zijn lid is van het Koninklijk Concertgebouworkest en men geniet van het musiceren in klein ensemble. Niet alleen is het repertoire van een klein ensemble anders, kamermuziek is ook persoonlijker en intieme. Men is volledig vrij in de keuze van het repertoire, waar wordt gespeeld en met wie.
Lees meer op brucknercasco.nl