Echo's van de toekomst
Over premières in het Muziekgebouw
‘Erbarme dich’, de altaria uit de Matthäus-Passion van Johann Sebastian Bach, is een van die stukken die je keer op keer bij de keel grijpen. De melodie, de begeleidingsstemmen, de klankkleur van de viool – er zijn boeken over vol gepend, maar het wonder van deze muziek laat zich ten diepste niet doorgronden. Toch heeft Bach die noten ‘gewoon’ opgeschreven, op een ochtend – zoals Reinbert de Leeuw zich graag voorstelde – omdat het zijn werk was. En een paar maanden later klonken die noten voor het eerst voor publiek, vermoedelijk op Goede Vrijdag 11 april 1727, in de Thomaskerk in Leipzig.
Wat dachten de toehoorders? Herkenden ze het genie? Ze waren getuigen bij de geboorte van een muzikaal monument van unieke proporties, maar zouden ze het hebben geweten?
Magische gloed
Alle muziek is allereerst nieuwe muziek. Dat geldt ook voor klassieke werken die wij onmogelijk nog met schone oren kunnen horen. Ta-ta-ta-taaaa! Het noodlotsmotief van Beethovens Vijfde symfonie is inmiddels een cliché, maar op 22 december 1808, toen de halfdove componist zijn nieuwste radicale vinding voorstelde aan de wereld, deed het ongetwijfeld wat wenkbrauwen fronsen. Tijdens dat beroemde concert beleefden trouwens ook de Zesde symfonie en het Vierde pianoconcert hun première.
Bij zulke legendarische composities valt het extra op, maar rond alle premières hangt een zekere magische gloed. Muziek die er voorheen niet was bereikt voor het eerst de oren van het publiek. Wat wil de componist ermee zeggen? Waarom heeft hij of zij juist deze configuratie van klanken en stiltes samengesteld? Hoe Bach en Beethoven klinken weten we al. Wie benieuwd is naar de toekomst van de muziek kan beter een oor te luisteren leggen bij de componisten van vandaag.
Verrassing is de enige zekerheid
Dit seizoen presenteert het Muziekgebouw een kleine dertig premières, waarvan de helft wereldpremières. De spanning bij een première is anders dan bij een concert met bekend repertoire: niet alleen heb je geen idee wat je gaat horen, je weet dat niemand deze muziek eerder gehoord heeft. Soms heb je vermoedens over wat je te wachten staat, omdat je ander werk van de componist kent of erover hebt gelezen in de krant of het programmaboek. Soms ga je er blanco in. De enige zekerheid is dat je verrast zult worden.
Laat je verrassen. Doe je ogen dicht en je oren open en luister bijvoorbeeld naar het Bosch Requiem, de jaarlijkse compositieopdracht van het Muziekgebouw en festival November Music, die dit keer is verstrekt aan Joey Roukens. De energieke Roukens mixt elementen uit klassiek, pop en filmmuziek, maar gaat nu ook op zoek naar verstilling. Ook andere gevestigde namen als Kate Moore, Michel van der Aa en Peter Adriaansz stellen dit seizoen nieuw werk voor aan het publiek. Daarnaast staan er verse noten van grote talenten als Aftab Darvishi en Karmit Fadael op het programma. En pianist Ralph van Raat speelt een reeks Nederlandse premières van de twintigste-eeuwse titaan Pierre Boulez – muziek die dus nooit eerder in ons land te horen was. Bij iemand met de statuur van Boulez is dat uitzonderlijk.
Muziek is geen wedstrijd en het gaat er niet om de eerste te zijn. Maar wat wel onontbeerlijk is: gretige luisteraars met open oren die bereid zijn te luisteren naar de echo’s van de toekomst. Wie weet klinken ze over honderd jaar nog.
Tekst: Joep Stapel