3 vragen voor Elena Rykova
4 april 2025
Door Frederike Berntsen
Wat is typerend voor jou als componist?
“Wat mij altijd boeit is de manier waarop muziek zich ontvouwt in tijd en ruimte. De laatste jaren ben ik veel bezig met: stel, ik ben luisteraar, waar komt het geluid vandaan? Dat vind ik een spannende vraag.
In mijn partituren gebruik ik geen tempoaanduidingen, de een vind het prettig om iets sneller te spelen dan de ander. Zelden geef ik het ritme op de conventionele manier aan. De musici zijn deels vrij in hoe ze mijn muziek willen spelen. Ik ben wel heel precies in mijn muzikale voorstellingsvermogen en deel dat met de musicus. Ik werk graag samen met de spelers, om hen te leren kennen en te weten hoe ze spelen. Dat helpt mij bij het schrijven.
In mijn partituur maak ik duidelijk wat de klank is die ik graag wil horen, en dan kan de musicus verder boetseren. De notatie is voor mij heel belangrijk, het is een visuele taal. Ik hou ervan om te tekenen, om de beelden die ik in mijn hoofd heb duidelijk te maken. Afhankelijk van het muzikale idee visualiseer ik wat ik in mijn hoofd heb, dat kan er picturaal uitzien. Niet altijd is dat mogelijk, als ik met een dirigent te maken heb, moet ik scherper noteren, die moet namelijk een helder ritme kunnen slaan. De partituur is het eerste wat een musicus krijgt, soms nog zonder mij te hebben ontmoet. Ik wil graag dat die de wereld weergeeft die ik in mijn hoofd heb. Een partituur is als een landkaart met wegen erop.”
Wat wilde je schrijven en waarom?
“Ik wilde absoluut met de ruimte werken waarin het stuk uitgevoerd zou gaan worden. Acht trompetten lenen zich uitstekend voor een ruimtelijke geluidservaring. Het Muziekgebouw biedt daartoe vele mogelijkheden, ook buiten de Grote Zaal. Een trompet heeft een delicaat geluid, maar kan ook enorm krachtig klinken, met dat gegeven heb ik gespeeld.
Eigenlijk wil ik niet te veel prijsgeven van wat er gaat gebeuren. Ik kan wel vertellen wat me bezig heeft gehouden bij het componeren van mijn nieuwe stuk No Grid In The Sky. Verbinding vind ik een belangrijk gegeven, met mensen, met objecten. Een connectie, een verbintenis kan een bijzondere ervaring zijn als die voortkomt uit nieuwsgierigheid. Als ik alleen ben, met mezelf, kan ik verbinding zoeken met delen van mezelf die ik nog niet ken. Dat is best eng. Ren je daarvan weg, of ga je nieuwsgierig op zoek? Contact leggen opent iets in ons, en verbinding is nog steeds datgene waardoor de wereld enigszins kan bestaan.”