Kaija Saariaho (photo Sarah Wijzenbeek)

Great art is magic

5 september 2024
door Bas van Putten

De Finse Kaija Saariaho componeerde HUSH in haar sterfjaar 2023, een verslag van de naderende dood. Haar muziek is onsterfelijk, haar spiegel is de jouwe. Luister maar: alles ligt open.

Zinvol, dat Saariaho Festival in het Muziekgebouw. Omdat de muziek zo mooi is, dat is één. En omdat het de gelegenheid geeft om terug te blikken op haar oeuvre in het perspectief van de tijd. Het is meer dan musicologische liefhebberij. Bij grote kunstenaars wil je de balans kunnen opmaken. Grote kunst is toverij. Je zou willen begrijpen wat je meezoog.

In Amsterdam klinken werken uit alle perioden van Saariaho’s leven. Hoogtepunt – omdat het een verpletterend verpletterd stuk is – is de zwanenzang die Nederland nog niet live hoorde, het trompetconcert HUSH uit haar sterfjaar 2023, verslag van de naderende dood. Maar het onbehagen dat daar panisch escaleert was er bij Saariaho altijd al. Rondzwervend door het in angst en klankschoonheid broeiende droomland van haar oeuvre valt iets op: de stukken zijn als paragrafen van een odyssee. Er is een onrust voorbij de schoonheid, een verlangen naar uitzicht, achtervolgd door iets zwaars waarvoor geen woorden zijn. Er is geen plot. Misschien is HUSH de uitleg wel. De muziek is onsterfelijk, de dood is het einde. Het klinkende bestaan wordt met terugwerkende kracht de uitgecomponeerde angst voor de dood. Dat tijdige moet schijnen als een eeuwig licht, dan is het niet voor niets geweest. De muziek beschildert een oneindige stilte met kleur, beweging en licht.

Kaija Saariaho (foto Maarit Kytîharju-Fimic)

Saariaho’s titels zijn al zo. Die analyseren de tone of voice en de lichtval van de kleuren in de tonen. Changing Light. Laterna Magica. Notes on Light. From the Grammar of Dreams. Château de l’âme. Prospero’s Vision. Lumière et pesanteur. Orion. Ze gaan over haar wortels. Ze komen in de geest uit een donker Scandinavisch land waar licht iets bijzonders is en geluid een breuk met de stilte. Ze zijn geboren in de fantasiewereld van de dromer. Ze zijn ook misleidend. Ze suggereren neoklassieke mooidoenerij en new age, wat de waakzame Saariaho pertinent niet is. Dit is geen impressionistisch lanterfanten. Het kan bij haar extatisch uitbarsten, knorrig piepen en kraken, landerig ontevreden zijn over de kunstzinnig aangeharkte schoonheid waar ze tot haar eigen, soms voelbare ergernis zo goed in is. Gewoon mooi is dood, een lijf zonder skelet. Zo hoor je haar soms narrig vluchten voor dat stuk van haar wezen.

Het vreselijke recensentenwoord ongemakkelijk valt bij Saariaho op zijn plaats. De muziek zoekt, buigt af en wijkt uit, en je voelt waar het heen wil. Van ver naar verder nergens, naar nieuwe planeten. Wat komt wil verdwijnen, wat gaat niet bezwijken. Terra Memoria voor strijkkwartet uit 2006 steekt murmelend van wal. Het is een bevalling van droefenis, gedragen door een wankel leidritme, een weeklagen van strijkers van smartelijk binnensmonds naar schurend en schrijnend. Saariaho is altijd ernstig. Maar nooit troosteloos. Wat haar gidst is verlangen. Duisternis baart bij haar altijd licht. De muziek wil schijnen, translucent. Lichtbogen (1986) voor negen spelers en live elektronica is een akoestische lichtboog. Het wrange Solar (1993) voor ensemble en elektronica had niet misstaan als soundtrack bij de bitterste momenten van het meesterwerk Interstellar. Het licht doet pijn aan de ogen.

Kaija Saariaho (foto Sarah Wijzenbeek)

'Wat Saariaho gidst is verlangen. Duisternis baart bij haar altijd licht.'

En dan hapert het lijf, terwijl de geest indringender dan ooit blijft spoken. Het is te laat, en toch moet alles over. Saariaho’s zwanenzang HUSH begint als muziek die het wiel opnieuw moet uitvinden. Het leidt zichzelf in als een voorgeborchte, een uitgecomponeerde drift op zoek naar de vuurstenen, gierend en glijdend en schurend maar niet van zijn plaats komend. Het verbreedt zich tot macaber continuüm uit één briljant blinkende totaalklank met de solist als een soms lallende, jazzende waard aan een fictieve bar, een macho Sirene voor een komische Odysseus. De trompet staat voor het leven met de taaiheid van de maakster, de onbreekbare tegenkracht. Brave, strong, powerful, energetic moet hij spelen, schrijft Saariaho voor. Dan stampt de dood binnen. In het tweede deel Dream of falling komt het noodlot met traag vallende, zwalkende lijnen van de trompet, schreeuwend verzuipend in een halo van meehuilende strijkers. Deel drie, What ails you?, is snoeihard docudrama. De trompet brult, het orkest stampt met het monotone ritme van de mri-machines die de zieke componiste scanden. In de cadens furioso geschreeuw door de solist, met ‘quick alterations of playing and shouting’ in een geregisseerde uitbarsting van wanhoop en woede, gevolgd door een afgrondelijke generale pauze; daarna terug naar dat monotoon doordreunende orkest, een ontmantelde Sacre. De solist lijkt te stikken. Ergens een doodsratel. Het orkest bloedt uit apocalyptische wonden. Weer menselijk gekreun en hallucinatoire lyriek, dubbelhoren als dubbelzien. Dan, boven de laatste maten, de catharsis in de woorden ‘bless, Ink the silence’, gezongen en gespeeld door violen en celli. De klank verduistert, over de hoogte valt een schaduw.

Verneri Pohjola (foto Teemu Kuusimurto)

Weg. Alles.When the movement stops’, schrijft Saariaho in haar toelichting op de partituur, ‘we understand that it was the landscape that was moving and not the traveller, and we peek beyond the façade of illusions, into a silence that we have loaded with memories.’ Wat staat daar drukkend veel. Dat de reiziger dus helemaal niet reisde maar vanaf een vast punt iets veel groters zag bewegen. De odyssee was illusie, het zoeken passief kijken naar bewegend beeld. Het is meer dan de romantische berusting van het einde. Het spreekt haast mea culpa een weemoedig vonnis uit over een oeuvre.

Ik was dus helemaal geen astronaut, zegt Saariaho, ik keek vanaf de aarde naar de sterren. Ik zocht niet. Het klonk misschien zo. Maar ik zat en aanschouwde iets waarvan ik niet meer dan een werktuig was. Ik verzamelde herinneringen en vertaalde in klank wat ik zag, licht en donker. Meer catharsis kan een afscheid in muziek niet zijn. HUSH is een hard, bitter stuk van een ten dode opgeschreven eerlijkheid. En menselijk, en lief in de goede, grootse betekenis des woords. Onder de slotmaat staat ‘dank je Anssi’. Anssi is de net als Saariaho naar Parijs verkaste Finse cellist Anssi Karttunen, die voor de zieke componiste de muziek van Hush opschreef als Saariaho daar niet toe in staat was. Ze waren nauw verbonden. Voor hem schreef ze in 2006 het vijfdelige celloconcert Notes on Light. Dat gaat over licht, je kon erop wachten. Klinkend en verduisterd licht, zeggen de titels. Translucent, secret, On Fire, Eclipse, Heart of Light. Het is mooi. En het past in de tijd.

Veel moderne muziek is vloeibaar, taalloos vol als de droom, een gonzende totaliteit van akoestische impulsen, metafoor van de caleidoscopische werkelijkheid, gereinigd tot stroom van bewustzijn en gestroomlijnd tot kunstwerk. De muziek van de tijd is de rivier van de geschiedenis. Daar kijkt Saariaho naar. Vanaf de wal, ontdekte ze. Anders zag je het stromen niet. Er moest afstand zijn.

Anssi Karttunen (foto Irmeli Jung)

Zo hoor je de muziek van Kaija Saariaho, nu ze dood is. Ze representeerde de tijd. Ze zocht nabijheid
en vond afstand. Ze kwam uit Finland en ging naar Parijs, kort door de bocht van stilte naar chaos, van natuur naar esthetica. En ze verzoende beide, wat ook een verdienste is, want kunst is gedramatiseerde reflectie op de mens en zijn wereld. Die synthese vond ze.

Graal théâtre voor viool en orkest (1994), openingsstuk van het Saariaho Festival, is een van de stukken die haar terecht beroemd maakten. Er is beweging, er is spanning, maar die voelt zich vrij ad libitum links- of rechtsaf te slaan. Er zijn geen dwingende verplichtingen. De vioolsolo is meteen ornamentaal. Hij hoeft nergens heen. Hij dwaalt. Het orkest dwaalt mee met belletjestover en paukengespook. Er is drama. Er zijn vulkaanuitbarstingen. Maar wat blijft is de beeldenstroom, een overtrekkend wolkendek, door een uitverkorene gezien en vastgelegd. Het trekt voorbij als landschappen vanuit de auto. De vraag wie daar precies beweegt ten opzichte van wat is even actueel als in de toelichting op HUSH. De vaart van het tweede deel is tijdelijk. Het knalt, het escaleert. Maar het omniversum blijft overeind als een onverwoestbare bunker.

Saariaho in de jaren 80

Hoe moeilijk, zei Couperus, over je eigen tijd te oordelen. Maar dit is hem. Tijd van kijken, tijd van zwerven. Er is geen heilig doel, en God is er alleen voor anderen. De zuilen zijn gevallen, de doctrines opgeheven, alles ligt open, alles is mogelijk. We zijn nergens meer.

De klappen van Beethoven verstoorden een stilte die hij met muziek nog kon verbreken. Ze verbeeldden nieuwe wetten, nieuwe orde, nieuwe hoop, een utopische marsroute. In Stravinsky’s Sacre du printemps hoor je dat geweld ruim een eeuw later blijvend actueel zijn. De moderne tijd is nog in aanbouw, het systeem kan nog kantelen – wat het zou doen, en hoe. Nu is de wereld zelf de Sacre, genormaliseerde kakofonie van gewelddadige overvloed, een oorverdovende werkelijkheid, een kluwen van prikkels waaraan geen mens ontsnapt. Gemurmel van terrassen, de ruis van de stad, claxonnerende auto’s, bonkende trams, gillende gekken, gierende remmen, hanige vogels, de druk van de smartphone, de onverstaanbare stem van een beller, het geweld van dood en verderf, van oorlog en onmenselijkheid, van klimaatmoord en morele schande, te veel om aan te pakken, te veel om op te lossen – en dan de stilte van een binnenplaats, heel even.

Dit is een eindtijd. De romantische symfonie dreef een uur lang naar een hoogtepunt. Er was nog een weg. De vraag is of het apotheotische nog het verschil kan maken. De wereld is groter, hoger en genadelozer dan de wreedste climax. Voor een nieuwe Strauss, Mahler of Bruckner is het misschien wel te laat. Zo kan en wil muziek de wereld niet meer buigen. Dus vlucht de muze maar in de magie van de verwondering, in esoterische capitulatie. Dat hoor je bij Saariaho. Haar spiegel is de jouwe. Je hoort het klimaat. De mens is het voldongen feit dat in de spiegel kijkt en vraagt: wie ben ik, waar was ik, wat moet ik? En er is geen antwoord.

Dit artikel verscheen in de bijlage van de Groene Amsterdammer op 5 september 2024

Concerts

Verneri Pohjola (photo Teemu Kuusimurto)

Opening concert Saariaho Festival

Asko|Schönberg, Verneri Pohjola + Joseph Puglia

Thu 13 Mar 2025 20:15 - 22:00
Meta4 (photo Tero Ahonen)

Terra Memoria

Meta4

Fri 14 Mar 2025 20:15 - 21:30
Het Collectief (photo Eduardus Lee)

Saariaho’s chamber music

Het Collectief

Sat 15 Mar 2025 15:00 - 16:10
Helsinki Chamber Choir (photo Heikki Tuuli)

Reconnaissance

Helsinki Chamber Choir

Sat 15 Mar 2025 20:15 - 22:00
Anssi Karttunen (photo Irmeli Jung)

Kaija Saariaho and Anssi Karttunen

Asko|Schönberg

Sun 16 Mar 2025 20:15 - 22:00